406 20 APRIL 1982 Ik heb gisteren een vraag gesteld waarop het antwoord niet zo goed is overgekomen; ik heb dat dan ook niet voldoende duidelijk aan mijn fractie kunnen overbrengen. Die vraag luidde waarom de claims uitblijven, waar het toch bij de hele kwes tie van de rechtszaak op aankomt. Waarom blijven die achterwege? Ik heb niet helemaal begrepen of daarbij alleen zakelijke of ook nog andere motie ven een rol spelen, en het is met het oog op het beroep dat nu aan de orde is van belang om dat te weten. De raad zal op een gegeven moment een oordeel moeten uitspreken over ons eigen handelen in de zen, waartoe het college voorbereidingen zal moe ten treffen in de zin van het opstellen van de slotnotitie; dat oordeel zal zowel het handelen van de raad als het handelen van het college moe ten betreffen. Over de kwestie van de verantwoor delijkheid en over de gehele gang van zaken als zodanig zijn nogal wat vragen overgebleven, met name omdat de direct betrokkenen elkaar zeer fel tegenspreken. Gisteren doelde ik nog even op een verslag van een ledenvergadering van St. Joseph waarin dingen staan waarvan je nauwelijks kunt ge loven dat die daarin terecht konden komen; op dit moment zijn wij echter niet in staat daarover een juist oordeel te geven. Ik wil dat verslag nu niet aan de orde stellen, omdat dit natuurlijk niet de gelegenheid is om daarover te spreken. In elk ge val blijven de tegenstrijdige verklaringen elkaar opvolgen en vinden zij ook bij de leden van St. Joseph ingang. In onze fractie is verder nog de vraag naar voren gekomen welke rol Stok en Wilma in dit ge heel spelen. Kunnen wij ook daarover wat meer dui delijkheid krijgen? Graag horen wij van de wethou der welke gedachten hij daaromtrent heeft. Spelen er alleen maar zakelijk belangen, welke rol speelt Stok in dezen en verwacht u dat nog informaties dienaangaande zullen kunnen worden verstrekt die van belang kunnen zijn?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 406