414
20 APRIL 1982
De heer GARRITSEN: U kunt dat nu wel ontken
nen, maar dat soort woorden hebt u in de commissie
toch wel gebezigd.
Het is duidelijk dat we aan alle kanten klap
pen hebben gekregen en dat geen enkel argument
houd sneed. Door die hele juridische afwikkeling
heeft deze kwestie eindeloos lang gesleept, wat
concreet betekent dat de schade enorm is opgelo
pen; ik behoef alleen maar te wijzen op de rente
verliezen. Al vaker heb ik gezegd dat wanneer wij
het overlaten aan de juristen wij onze taak als
gemeentebestuur niet naar behoren verrichten. Het
is onze taak deze zaak politiek-bestuurlijk te be
oordelen, al besef ik heel goed dat we op bepaalde
momenten daarbij een jurist nodig zullen hebben.
Over het verlies van het geding zijn heel wat
vreemde mededelingen gekomen, de één legde het zus
uit en de ander zo, en als ik De Stem moet geloven
was de wethouder er zelfs nog enigszins blij om
dat Brebo, en niet St. Joseph, was veroordeeld,
omdat dit een geringere schade betekende. Hoe die
zaak exact in elkaar zit en hoe groot het schade
bedrag is weet ik niet
Wethouder VAN DUN: Het zou de heer Garritsen
sieren als hijnu hij tot historische beschouwin
gen overgaat, minstens de feiten juist zou weerge
ven; Brebo is namelijk niet veroordeeld. Ik ver
zoek hem dus wel juiste historische beschouwingen
te geven.
De heer GARRITSEN: We praten nu over het in
stellen van hoger beroep en daarbij betrek ik een
aantal voor mij essentiële punten. Ik kan niet op
de complete zaak ingaan, want het is mij nog steeds
niet mogelijk gebleken daarover duidelijkheid te
krijgen; het college heeft dat steeds tegengehou
den. Ik zou heel graag een totale beschouwing over
de hele problematiek geven, maar dat kan ik helaas
niet. Als ik alles overzie meen ik te moeten con
cluderen dat we geen poot hebben om op te staan en