20 APRIL 1982 415 daarom betekent het mijns inziens weggegooid geld als we nu in hoger beroep gaan. Dit houdt nog meer uitstel, nog grotere renteverliezen en derhalve nog meer schade in. Wat moeten we dan wél doen? We zullen naar mijn mening met de woningbouwvere niging rond de tafel moeten gaan zitten, terwijl tegelijkertijd de gemeenteraad het initiatief dient te nemen daarmee behoeft niet te worden gewacht tot de brief van de staatssecretaris over het bestuurlijk beleid van de gemeente binnen is om te komen tot een politiek-bestuurlijke beoorde ling van datgene wat heeft plaatsgevonden. Dit moet zeker niet afhankelijk worden gesteld van de brief van de staatssecretaris, want ik vermoed dat dat een vrij beperkte brief zal gaan worden. Op bepaalde punten heeft de gemeenteraad autonomie en op die punten wordt door de minister geen oordeel uitgesproken, zodat wij dat zelf moeten doen. Ik concludeer dat ook de Partij van de Arbeid zich daaraan enigszins wil onttrekken, want die wil de brief van de staatssecretaris afwachten, terwijl naar mijn opvatting los van die brief tot een be oordeling moet worden gekomen. Voorts wordt het mijns inziens hoog tijd dat we nu met elkaar afspreken wanneer deze kwestie in de gemeenteraad aan de orde gaat komen. We mogen die niet over de verkiezingen heen tillen, wanneer er een ander college zal zitten met andere wethou ders, die wellicht vanuit een andere optiek bij deze zaak betrokken zullen zijn. Wij zullen nu de ze aangelegenheid moeten afwikkelen en die hier heel serieus moeten bespreken. Daarvoor is het heel noodzakelijk dat er een werkelijk onafhanke lijk onderzoek wordt ingesteld. Wij mogen deze zaak niet laten doorzieken. De heer SCHURING: In het kader van dat onaf hankelijk onderzoek kan wellicht ook enige aan dacht worden gegeven aan de passages die de heer Garritsen aan het verleden heeft gewijd en die voor wat mijn persoon betreft volmaakt gelogen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 415