20 APRIL 1982
417
kan ook over enige tijd, in de verkiezingsstrijd,
gebeuren. Ik vind dit een eerlijke propositie,
want ik ken de heer Garritsen genoeg om te weten
dat bepaalde zaken, terecht, bij hem in het ver
keerde keelsgat kunnen schieten. Indien het be
sluit niet zou zijn teruggedraaid hadden er ver
schillende dingen kunnen gebeuren waarmee niet al
leen het college en de meerderheid van de raad,
maar óók de heer Garritsen, derhalve óók de P.S.P.,
grote problemen zou hebben gehad, gezien de conse
quenties
De heer GARRITSEN: U moet die consequenties
maar eens duidelijk aangeven 1
Wethouder VAN DUN: Die zijn aangegeven...
De heer GARRITSEN: Die zijn nóóit aangegeven!
Wethouder VAN DUN: Die zijn aangegeven in de
veelheid van commissievergaderingen; we hebben de
zaken vaak genoeg omgedraaid. Dat de heer Garrit
sen niet bij die vergaderingen aanwezig wilde
zijn, is zijn vrije politieke keuze.
Ik wil thans teruggaan naar het stuk dat van
avond aan de orde is en dat van twee kanten kan
worden benaderd. Ik meen dat de heer Garritsen in
dat verband een beoordelingsfout maakte door een
privaatrechtelijke relatie met een contractpartner
dit is inderdaad een moeilijke materie, voor mij
vaak ookenigszins te verwarren met de publiek
rechtelijke verantwoordelijkheid van het college
van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad.
Wij kunnen ons vanavond wel baseren op het feit
dat indertijd een bepaalde rechtsgeding is inge
zet dat in eerste aanleg door de gemeente Breda
privaatrechtelijk is verloren, maar ik vind dat
we, of we nu een particuliere contractpartner zijn
in zo'n geding of dat we als gemeenteraad daarover
moeten praten, op basis van juridische motieven
heel goed moeten nadenken over de vraag of we