418 20 APRII» 1.982 dienen te berusten in de uitspraak van de arron dissementsrechtbank dan wel of we hoger beroep dienen aan te tekenen. Het college acht deze in terpretatie op dit moment, in deze discussie, niet het belangrijkste. Overigens kunnen de leden van de raad, en zeker de leden van de commissies alge mene zaken en openbare werken, op grond van noti ties betreffende een ambtelijke interpretatie van het vonnis en de interpretatie van de stadsadvo caat, heel duidelijk concluderen dat er op juridi sche motieven alle aanleiding is om in hoger be roep te gaan tegen de uitspraak van de arrondisse mentsrechtbank van Breda. Edoch, er gebeurt iets anders. Geruime tijd geleden heeft uw raad in o- vergrote meerderheid een bepaalde motie aangenomen er bestond gisteren nog even wat misverstand om trent de vraag van wie die motie afkomstig was waarin een boodschap aan het college werd meegege ven. Terecht is vanavond al opgemerkt dat het in dezen gaat om twee instellingen die werken met ge meenschapsgeld. De raad heeft het college de op dracht gegeven er al het mogelijke toe bij te dra gen dat de schade zo veel mogelijk wordt beperkt, wie op een gegeven moment die schade ook moet dra gen. U weet de raad heeft dat kunnen beoordelen dat die motie zo veel als ons mogelijk werd ge maakt is uitgevoerd. Om het concreet te vertalen: het is de leden van de commissies bekend dat wij in een veelheid van gesprekken met St. Joseph c.q. Brebo en Wilma hebben geprobeerd de schade te be perken. Toen zich bij het omturnen van het plan van St. Joseph van de 42 P-woningen in de richting van een aantal woningwetwoningen een aanzienlijk verlies voordeed met betrekking tot de grondkosten, hebben wij ons zelfs bereid verklaard aan de raad voorstellen te doen om dat verlies, zijnde 450.000,op te nemen in de totale exploita tie-opzet van de Haagse Beemden, zodat dit dus niet voor rekening van St. Joseph zou behoeven te komen. Op dat moment leek er een begin van over eenstemming te ontstaan, en ik vond het dan ook a

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 418