21 JANUARI 1982
41
Ik stel de raad voor dit stuk niet te agenderen
in de rubriek "ter kennisneming of informatie",
maar in de rubriek ex artikel 14, eerste lid, sub
b: afdoening door het college nadat het stuk in
commissieverband is behandeld. Zoals men zal be
grijpen, zou ik het stuk dan willen doen behande
len in de commissies economische zaken en sociale
zaken, omdat met name de onderdelen van het visie
programma die met de werkgelegenheid te maken heb
ben, ons als bestuur van Breda regarderen.
Onder D I wordt vermeld: "Brief van mevrouw
I. Hoebink aan de leden van de gemeenteraad van de
gemeente Breda..." enzovoort. Ik wijs erop dat de
brief niet van mevrouw Hoebink is: het is een
brief van de Vereniging Vrouwenhuis die namens de
Vereniging door mevrouw Hoebink is ondertekend. In
dit verband wil ik er verder nog aan herinneren
dat mevrouw Elie en ik over deze kwestie vragen
hebben gesteld aan het college. De vragen dateren
van begin december, maar tot nog toe hebben wij
geen antwoord gekregen. De voorgestelde agende
ring van de brief wil ik wel accepteren, maar ik
zou u, mijnheer de voorzitter, als coördinator van
het college willen vragen voorzover ik kan over
zien zijn bij de beantwoording van de brief vier
wethouders en de burgemeester betrokken te be
vorderen dat zowel op deze brief als op onze vra
gen snel wordt geantwoord.
De heer PEETERS: Naar aanleiding van het in
gekomen stuk onder Al zouden wij willen vragen om
een toezegging, inhoudende dat de onderhavige be
zwaren en opmerkingen in de commissie financiën
kunnen worden besproken.
De VOORZITTER: Ik heb wat dit laatste be
treft begrepen dat deze toezegging aan de heer
Peeters kan worden gedaan.
Wethouder VAN BANNING: Dat is akkoord.