420
20 APRIL 1982
gemeentebestuur van Breda is gevonden; natuurlijk
vindt men dit reëel. Je moet echter dan wel goed
met elkaar bekijken waartoe je in feite besluit,
waarom je in hoger beroep wilt gaan en welke lijn
je prioriteit wilt geven. Ik heb al gezegd dat wij
prioriteit geven aan een oplossing in minnelijk
overleg, dit om een veelheid van redenen waarop
ik dadelijk, bij de beantwoording van de vragen en
opmerkingen van de heer Hendricks, nog zal terug
komen
Wij stellen u dus voor hoger beroep in te
stellen en daarbij moeten we het spijt me voor
de heer Oomennu eenmaal wat formeel te werk
gaan. Er is slechts één instantie in dezen die
daartoe kan besluiten, en dat is niet het college,
dat is de gemeenteraad van Breda, en vervolgens
is het in hoger beroep gaan gebonden aan wettelij
ke termijnen. Dit is de laatste raadsvergadering
waarin uw raad kan beslissen of wij al dan niet
hoger beroep zullen instellen, en daarom moet er
vanavond iets worden uitgesproken. Wat wij daar
onder verstaan kan mijns inziens niet duidelijker
worden aangegeven dan in het besluit zoals wij dat
na de commissievergadering van gisteravond hebben
geconcipieerd. In de eerste plaats verzoeken wij
u het college machtiging te geven om in hoger be
roep te gaan. Vervolgens geeft u bij dezen het
college de opdracht het aangevatte minnelijk over
leg zo veel als ons dat mogelijk is tot een goed
einde te brengen. Het derde punt waarom het gaat
vind ik het belangrijkste, en daaromtrent dienen
geen misverstanden te bestaan inzake de vraag
waar de bevoegdheden liggen. Als de raad vanavond
een positief besluit neemt verplichten wij ons de
raad inzicht te blijven verschaffen oyer de voort
gang van de onderhandelingen in het kader van het
minnelijk overleg. Op het moment waarop wij even
wel onverhoopt moeten concluderen dat er geen
brood meer zit in het minnelijk overleg ook wfj
werken met gemeenschapsgeldzal het college ge
bruik moeten gaan maken van zijn bevoegdheid om