20 APRIL 1982
431
althans vanwege de wijze waarop wij daarover wer
den geïnformeerd; er werd gesproken over telefoon
gesprekjes en dergelijke. Dit zijn allemaal zaken
die hadden moeten worden uitgezocht. Ik heb niet
gesteld dat blindelings aan Stok zou moeten worden
doorverkocht, maar ik heb met name gesteld dat de
vraagpunten moeten worden opgelost, wat echter
nooit is gebeurd. Er is een onderzoek ingesteld
door een ambtelijke onderzoekscommissie, en nu kan
de wethouder wel zeggen dat het rapport naar aan
leiding van dat onderzoek aan de raadsleden ter
hand is gesteld, maar in eerste instantie kon al
leen de commissie openbare werken, dus niet eens
de hele raad, daarvan vertrouwelijk kennisnemen.
Via een motie van mij, waar het C.D.A. eerst nogal
op tegen was, is er daarna iets afgedwongen, zodat
het even anders ligt dan de wethouder het doet
voorkomen. Dit soort spelletjes werden dus gespeeld
Het resultaat van het onderzoek door het ministe
rie ten aanzien van St. Joseph is wél openbaar,
maar met betrekking tot het onderzoek van de ge
meente loopt nog steeds een proces dat door mij is
aangespannen bij de Raad van State in het kader
van de wet Openbaarheid van Bestuur met als doel
dat rapport echt openbaar te krijgen. Het merk
waardige is overigens dat dit rapport niet de din
gen oplevert die toch wel zijn gebeurd. Door dat
soort ontwikkelingen word je wat achterdochtig, om
het voorzichtig te zeggen.
Heel nadrukkelijk sprak de wethouder over ge
volgen van doorverkoop aan Stok. Ik wijs op de
stukken inzake het gevoerde rechtsgeding, waarin
heel centraal wordt gesteld dat Stok nadien fail
liet is gegaan. Omstreeks 1979, toen die zaak
speelde, begreep ik dat Stok winst maakte en pas
daarna snel bergafwaarts is gegaan, zoals dat voor
veel van dit soort bedrijven gold toen de woning
markt ging inzakken. Ik wil nu wel eens duidelijk
heid hebben over die gevolgen, want opnieuw is de
wethouder daarover heel mistig gebleven.
Dat laatste geldt trouwens voor de hele gang