434
20 APRIL 1982
want daarvoor zijn wij niet ingehuurd en daarmee
houden wij ons dan ook niet bezig.
De heer Crul bied ik mijn excuses aai' voor
het feit dat ik niet heb gesproken over de kwestie
van de verzekering. Inderdaad heb ik gisteren toe
gezegd dat wij vandaag zouden proberen een en an
der na te gaan. Gisteravond is daartoe ook nog een
verzoek naar bestuur en kabinet gegaan, maar de
leden van het college zijn vandaag nogal bezig ge
weest met verschillende zaken en overleg om tot
een concrete beantwoording te komen zou enige tijd
hebben gevergd. Ik wil echter graag alsnog laten
weten hoe het op dit punt exact zal uitpakken. Zo
als u weet waren de voorlopige inschattingen van
de heer Baanders Koning en de stadsadvocaat rede
lijk negatief, maar u zult nog exact worden geïn
formeerd met de polis in de hand.
Vervolgens heeft de heer Crul gevraagd of er
bezwaar tegen zou bestaan om alsnog andere juri
dische deskundigen vanuit een bepaalde discipline
naar de situatie te laten kijken. Zoals ik giste
ren al heb gezegd hebben wij daartegen geen enkel
bezwaar. Gisteravond heb ik daarover nog met de
stadsadvocaat en enkele ambtenaren gepraat. Wij
hebben verschillende instanties op het oog, in
welk verband het advocatencollectief niet als eer
ste in the picture komt, maar een specifiek des
kundige op dit gebied; hiermee wil ik overigens
geen afbreuk doen aan de kwaliteiten van het advo
catencollectief. Wij zullen de bedoelde deskundige
zeker nog om advies vragen.
Ik meen dat de vragen en opmerkingen van de
heer Hendricks over de verslaglegging voldoende
zijn beantwoord, en dat ik zijn opmerkingen die
tot de meningsvorming bijdroegen in mijn betoog in
eerste instantie al had meegenomen.
Thans blijft dan nog over het punt dat door
sommigen het onafhankelijk onderzoek wordt genoemd.
Ik heb gewezen op datgene wat op tafel ligt en
hetgeen is onderzocht, en voorts op ons streven
ik moet hierbij weer naar de woorden van de heer