20 APRIL 1982 437
vragen.
De heer DEK: Ik zou haast willen zeggen: het
ns
voorstel is er weer! Wij vinden dit nu typisch een
staaltje van wat ik wil betitelen als (be)stuur
h
manskunst. Als ik het hele voorstel in ogenschouw
n
neem, constateer ik dat het wemelt van de data. Ik
wil op voorhand zeggen dat wij positief zullen ad
d
viseren, maar ik wil daarbij nog wel een aantal
kanttekeningen plaatsen. In de vergadering van de
commissie openbare werken van februari werd ons
de
dit voorstel voorgelegd, waarbij een aantal zaken
h-
uitvoerig aan de orde kwam. Op een vraag mijner
Dun
zijds of iets bepaald was gebeurd werd toen ont
or-
kennend geantwoord, maar later bleek dit wel het
k,
geval te zijn; het onderzoek was al gepleegd. In
de raadsvergadering van maart werd gevraagd naar
de uitslagen, maar het college wist toen kennelijk
nog steeds van niets, terwijl de heer Garritsen al
met het rapport zwaaide. De heer Garritsen stelde
een vraag uit een oogpunt van volksgezondheid met
betrekking tot een aspect dat ik eerlijk gezegd
zan-
zelf even over het hoofd had gezien; ik was er
blij om dat de heer Garritsen daaraan herinnerde.
op
Toen deze kwestie ter sprake kwam in de commissie
len-
sociale zaken hadden wij nog steeds geen inzage
-ake
gekregen in de rapporten, waarover wij toen ons
ige
misnoegen kenbaar hebben gemaakt. Wij hebben het
re r-
collegelid dat die vergadering voorzat ook ver
zocht ons misnoegen aan het college duidelijk te
maken. Op zichzelf vinden wij het een goede zaak
lar
dat in november de onderzoeken zijn gepleegd, maar
af
misschien kunt u ons toch eens verduidelijken
/el-
waarom wij op deze manier als raadsleden moeten
worden gefrustreerd, want zo voelen wij het toch
sal
wel. Het college besloot op 22 december in princi
:ra-
pe akkoord te gaan met een onderzoek naar de for-
Laat
maldehyde-emissiewelk onderzoek exact een maand
daarvoor had plaatsgevonden, terwijl de directeur
openbare werken op 4 december al de officiële op
leze
dracht had verstrekt. Waarom kunnen wij dan op 18