438 20 APRIL 1982 februari nog geen antwoord krijgen op de vraag of er nu wel of geen onderzoek was gepleegd en ver telde het college in de raadsvergadering van maart dat het nog steeds niet over een uitslag beschikte, terwijl de heer Garritsen op dat moment met de uitslagen zwaaide? Ik heb dit een staaltje van (be)stuursmanskunst genoemd. Er spelen in dit verband verschillende zaken, waarop we in de commissies openbare werken en so ciale zaken al uitgebreid zijn ingegaan. Heel duidelijk hebben wij de indruk dat vanuit het oog punt van volksgezondheid wat meer vaart had mogen worden gezet achter het onderzoek inzake de vraag of er nu wel of geen verhoogde concentratie wordt aangetroffen. Op 18 december is het Centrum voor Oppervlaktetechniek gevraagd waar nu precies het ureum-formaldehyde vandaan komt, en pas op 30 maart, nadat in de raad, in de commissie openbare werken en in de commissie sociale zaken vragen wa ren gesteld, ging wederom een brief uit waarin werd gevraagd om uitsluitsel omtrent het onderzoek inzake de vraag of de emissie van dat gas nu wél of nïet uit de spaanplaat afkomstig is. Het doel van dit alles is te bekijken of er iets gebeurt dat niet hoort, maar ik wijs erop dat hiermee men sen gemoeid zijn die al ruim een jaar duidelijke klachten hebben, die ook gegrond zijn verklaard; mede daarom heeft ook de G.G. G.D. zich voor dit onderzoek druk gemaakt. Ik vraag me met het oog daarop af waarom hieraan nog steeds niets wordt gedaan en waarom er kennelijk alleen nog maar ge wacht op het antwoord van het C.O.T. Misschien kan het college ons over deze hele kwestie wat meer duidelijkheid verschaffen, met name over wat er nü staat te gebeuren. De heer OOMEN: Misschien bevreemdt het u enigszins dat een lid van de commissie sociale za ken deze aangelegenheid voor onze fractie behan delt, maar onze fractie heeft zich met name bezig gehouden met het onderwerp dat wordt behartigd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 438