20 APRIL 1982 439 door de stuurvrouw binnen het college, om datgene wat de heer Dek opmerkte te parafraseren, dus met de gezondheidsaspecten. In december 1980 heeft het comité 117 woningen Tuinzigt aan de G.G. G.D., de stadsgewestelijke gezondheidsdienst, drie lijs ten overhandigd met klachten van 33 personen, wel ke klachten naar hun oordeel verband hielden met de uitstoot van formaldehydegas uit spaanplaat in hun gerenoveerde woningen. Dit heeft geresulteerd in opdrachten voor onderzoeken. De verschillende data daaromtrent hoef ik niet te noemen, omdat die al uitstekend zijn aangegeven door de heer Dek. Er zijn nu twee rapporten beschikbaar en u zult be grijpen dat wij akkoord kunnen gaan met het voor stel van het college om een krediet te verlenen voor het tweede onderzoek, al was het alleen al omdat dit onderzoek al is verricht Het baart ons enige zorgen dat naar uit de beide rapporten zou kunnen blijken de klachten van de bewoners, waarover wij in de commissie sociale zaken een uitvoerige uiteenzetting hebben gehoord, zouden kunnen worden veroorzaakt door de uitstoot van formaldehyde. Het gaat in dezen vooral om ge zondheidsaspecten en wij zijn van mening dat de geloofwaardigheid van de gemeente als bestuursor gaan van de stad in het geding komt wanneer wij die gezondheidsklachten niet dermate serieus nemen dat wij onverwijld maatregelen treffen om deze klachten op te lossen. Ik wil nu niet nader ingaan op het heen en weer sturen van onderzoeksrapporten tussen openba re werken en de stadsgewestelijke gezondheids dienst, tussen de portefeuillehouders, tussen de commissies en dergelijke, want ons misnoegen daar over is door de voorzitter van de commissie socia le zaken al aan het college overgebracht; ik neem dus aan dat dat misnoegen te bestemder plekke ken baar zal zijn gemaakt. Verder wil ik nog wel iets zeggen in verband met de aannemer die de betreffende platen heeft geleverd. Er werd beweerd dat dit goedgekeurde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 439