20 APRIL 1982 451 HET AANGAAN VAN EEN HUUROVEREENKOMST. (P) De heer DEK: Ik heb alle begrip voor de amb tenaren die zich moeten bezighouden met het ver zorgen van de agenda voor de raad, maar ik wil er toch wel op wijzen dat in dit geval de huurover eenkomst niet bij de ter visie liggende stukken lag. Om een oordeel over dit voorstel te kunnen vellen moet je die huurovereenkomst toch wel heb ben gelezen en daarom vraag ik me af wat ik pre cies met het voorstel aan moet. Wethouder PAULUSSEN: Ik denk dat dit een zaak is die de gemeentesecretaris aangaat. De VOORZITTER: Terecht constateert u, mijn heer Dek, dat wij hierin zorgvuldiger zullen moe ten zijn, maar moet het niet voorhanden zijn van de huurovereenkomst het vandaag aanvaarden van dit voorstel verhinderen? Mevrouw DEN OUDEN-JANSEN: Als leden van de commissie sociale zaken hebben wij die huurover eenkomst toch wel bij onze stukken ontvangen. De heer OOMEN: In de commissie sociale zaken is die overeenkomst uitvoerig behandeld; ik was daarbij aanwezig. De VOORZITTER: Zou het niet beter zijn, mijn heer Dek, dat u er nu niet meer over spreekt? De heer DEK: Ik heb alleen een gegeven gecon stateerd, maar dat gegeven weerhoudt ons niet van het uitbrengen van een positief advies. Wethouder PAULUSSEN: Inderdaad is de huur overeenkomst in de commissie sociale zaken aan de orde geweest, maar terecht stelt de heer Dek dat de diverse stukken voor de raad ter visie moeten worden gelegd, waarvoor wij verantwoordelijk zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 451