20 APRIL 1982
473
gemeenteraadsleden, voor ons als college en tevens
voor de cliënt, de man of vrouw in het veld, de
ingewikkelde structuur waarbinnen we gezamenlijk
het een en ander van de grond moeten krijgen. Je
wordt wel eens ijskoud als je kijkt naar het ge
meentelijk budget, de regels waaraan we ons moeten
houden in verband met de bedrijfsreserveshet op
treden van de H.I.D. binnen zijn taakstelling, en
het handelen van de centrale overheid. Het is vaak
niet meer te volgen en ik geloof dan ook dat het
alle partijen ten goede komt dat alles nu eens
fatsoenlijk op een rij staat.
Naar ik heb begrepen staat voor allen cen
traal punt 9 van het besluit, zodat ik meen ook
daaraan de meeste aandacht te moeten schenken. Met
inachtneming van de bevoegdheid van de woningbouw
verenigingen, die bij aanschrijving van de staats
secretaris in de zestiger jaren als eersten zijn
aangewezen voor de realisering van de sociale bouw,
zijn wij tot deze voorzichtige formulering gekomen
op basis van de heel zakelijke constatering dat
wij als gemeente met het moeilijkste en oudste wo-
ningbezit in Breda zitten, en derhalve met be
drijf sreserves die, wanneer we iets aan dat bezit
gaan doen, per definitie gaan teruglopen. Wanneer
in de huidige situatie tot nieuwbouw wordt overge
gaan, hetzij in de wei, in het maagdelijk veld,
hetzij in de vorm van vervangende nieuwbouw in de
plaats van oude woningen, moeten wij die overlaten
aan de woningbouwverenigingendie daardoor in
staat zijn wat rianter in hun bedrijfsreserves te
komen zitten dan wijNu gaat het niet om de vraag
wie de beste bedrijfsreserves heeft, het gaat een
klein beetje om de rechtspositie van de huurders
van de gemeente en de huurders van de woningbouw
verenigingen. Er zijn verschillende mogelijkheden
om daaraan iets te doen, waarvan ik twee wil noe
men. Een mogelijkheid zou kunnen zijn over te gaan
tot pooling van het gemeentelijk woningbezit met
dat van de woningbouwverenigingen, een proces
waarmee we in het begin van de zeventiger jaren al
