21 APRIL 1982
486
deze laatste is ondertekend. De verklaring houdt
in dat de spaanplaat zal voldoen aan nog nader te
stellen eisen. Er is twee maal een onderzoek inge
steld door de Stichting Centrum voor Oppervlakte
technologie te Haarlem (COT) en op basis daarvan
zijn bepaalde conclusies getrokken. De vraag dient
te worden gesteld of het wenselijk is, gebruik te
maken van de aansprakelijkheidsstelling die wij
jegens de aannemer kunnen hebben. Wij hebben daar
om een verzoek en later een rappel tot het COT ge
richt teneinde een bevestiging of ontkenning te
verkrijgen ten aanzien van de vraag of de emissie
van formaldehyde afkomstig is van de spaanplaat
van de renovatie. Men zal zich kunnen voorstellen
dat we het antwoord op die vraag in de juridische
procedure nodig hebben. Kort geleden is een tweede
vraag naar het COT gegaan, namelijk of men, indien
het antwoord op de eerste vraag bevestigend is,
bereid is ons omtrent de alsdan te nemen maatrege
len te adviseren. Hiermee heb ik een heel lang
verhaal in kort bestek weergegeven.
In de opmerkingen van de kant van de raad in
eerste termijn zijn het college enige verwijten
gemaakt. Het college kan zich voorstellen dat er
een vorm van verwijtbaarheid in het spel is, maar
op basis van mijn kennis van de gang van zaken en
tevens uit collegialiteit, acht ik het juist elke
schijn weg te nemen dat de wethouder van volksge
zondheid in dezen nalatig zou zijn geweest. Het
tegendeel is het geval: zij heeft het proces vele
malen versneld. Van verwijtbaarheid in die rich
ting is naar mijn mening geen sprake.
Voor de vertraging die is opgetreden, kan ik
een algemene en een specifieke verklaring geven.
In de eerste plaats stel ik vast dat het gezien de
ambtelijke structuur we moeten daar langzamer
hand aan gaan wennen nogal moeilijk is op situ
aties van dit type slagvaardig te reageren. Ik
meen voorts mede na overleg met mevrouw Paulussen
te mogen zeggen dat zich hier ook wreekt dat de
portefeuille volksgezondheid geen rechtstreekse