491
21 APRIL 1982
snel duidelijkheid zou kunnen zijn. Aan het adres
van de heren Dek en Garritsen wijs ik er in dit
verband op dat een ambtelijke organisatie in een
veelheid van werk en in een situatie waarin advie
zen moeten worden uitgebracht, rechten moeten wor
den voorbehouden en misschien zelfs juridische
procedures dreigen te ontstaan, niet te allen tij
de ik zeg dat met alle respect voor de betrok
ken ambtenaren ingesteld is op de punten die
wij op een gegeven ogenblik prioriteit willen ge
ven. Het gaat hier nu eenmaal om iets waarop men
niet meteen greep heeft; ik heb daar begrip voor
gevraagd.
Er komt nog een ander aspect bijeen aspect
dat ook door de heren Garritsen en Dek is genoemd.
Het initiatief is vanuit de sector volksgezond
heid genomen en hier wreekt zich dat we het steun
punt voor de ambtelijke advisering in het kader
van de volksgezondheid buiten de gemeente moeten
vinden. Dit is geen excuus, maar wel een verkla
ring. De benodigde advisering is niet ingebed in
onze gemeentelijke organisatie; we moeten haar
van het stadsgewest inhuren. Hiermee wil ik niets
afdoen aan de kwaliteit van de mensen die advie
zen uitbrengen. Mijn opmerking heeft te maken
met de verbindingslijnen, die bij de gemeente nu
eenmaal tamelijk traditioneel zijn.
Het spijt mij, en naar ik aanneem het gehele
college mèt mijde heer Dek heeft hier gelijk
in dat er politieke druk nodig is geweest om
de gang van zaken te versnellen. Ik erken dat dit
niet fraai is en ik meen dat we geen excuses moe
ten gaan zoeken. Als men in acht neemt hoe een
gemeentelijk apparaat werkt, kan men daarin
zonder dat dit tot begrip hoeft te leiden naar
mijn mening een verklaring vinden. Hierbij laat
ik het, want anders zou ik de dingen nog eens uit
gebreid op een rij moeten gaan zetten.
Het door de heer Dek bedoelde misnoegen is
mijns inziens goed overgekomen.
Wat de opmerking van de heer Van Dongen