21 APRIL 1982 492 betreft: ik mis de twee vragen zijnerzijds die ik niet zou hebben beantwoord. Wethouder mevrouw PAULUSSEN: Op de gemaakte opmerkingen wil ik nog heel in het kort als volgt reageren. Wat de heer Van Dun namens het college heeft gezegd vanuit onze verantwoordelijkheid voor diverse sectoren is zeer duidelijk geweest De commissie sociale zaken, het college en naar ik meen ook de raad weten dat er wordt gewerkt aan een nota volksgezondheid waarin ook aandacht zal worden besteed aan de ambtelijke ondersteunings functie volksgezondheid als tussenschakel tussen de stadsgewestelijke gezondheidsdienst en de ge meente Breda. Het is ons voornemen dat de situatie die in dit geval heeft bestaan en waarin de coör dinatie heeft ontbroken, in de toekomst en ook al op dit ogenblik verbetert. Op korte termijn zullen we, zoals de heer Van Dun al heeft gezegd, bij het COT de benodigde adviezen gaan halen. De VOORZITTER: Ik stel vast dat de door de heer Oomen c.s. ingediende motie als volgt wordt gewijzigd: "en verantwoordelijkheden" wordt "en met in achtneming van gebleken verantwoordelijkhe den". De aldus gewijzigde motie wordt door burge meester en wethouders overgenomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. Aan de orde is voortzetting van de behandeling van 49. bijlage nr. 141. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VAN 65.000,VOOR HET OPSTARTEN VAN HET DEMO CRATISERINGSPROCES BIJ HET GEMEENTELIJK WO NINGBEDRIJF. (vD)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 492