495 21 APRIL 1982 budgetegalisatiefonds van het woningbedrijf zou moeten worden gebruikt, maar de heer Van Asseldonk weet mèt mij dat de bedrijfsvoering van het wo ningbedrijf er nooit toe kan leiden dat er bij dit bedrijf een budgetegalisatiefonds is. Welnu, als zo'n fonds niet bestaat, zeg ik: gebruik dan de pot die hiervoor bedoeld is, zoals onder 1 aange geven. Het bevreemdt mij in hoge mate dat men hier de keus op het budgetegalisatiefonds van de dienst openbare werken laat vallen. 3. Afgezien van het bovengenoemde argument van de gescheiden administraties, gescheiden ver antwoordelijkheden en gescheiden diensten, moeten we goed beseffen dat bij de advisering over het voorstel, de totstandkoming van het voorstel en de praktisering van het voorstel al gelden genoeg door de dienst openbare werken voor dit experiment beschikbaar worden gesteld. Binnen het budget van de dienst openbare werken functioneert bijvoor beeld onder meer een inspraakcoördinator die zon der kostenverrekeningen en zonder andere verreke ningen in afwijking van wat eigenlijk zou moe ten dit hele proces begeleidt. 4. De heer Van Asseldonk praat lukraak over het budgetegalisatiefonds van de dienst openbare werken en hij vraagt zich naar mijn mening niet af of er in het kader van de door de raad uitge stippelde taakstelling bij de dienst openbare wer ken geen andere prioriteiten liggen die van hoger niveau zijn dan de prioriteit die aan het onderha vige project dient te worden toegekend. 5. Het gaat hier om een experiment. Wanneer dit experiment slaagt, zal het duidelijk moeten zijn dat eventuele kosten van de democratisering normaal bij de exploitatie van het woningbedrijf passen en in die exploitatie moeten worden opge nomen. Wij vinden het echter niet juist bij een experiment die werkwijze al te volgen: de huurlas ten voor de bewoners, die ongetwijfeld met de ex ploitatie te maken hebben, moet je niet door ex perimenten beïnvloeden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 495