21 APRIL 1982 496 Op grond van deze vijf argumenten ontraad ik in dit stadium van de discussie namens het college de aanvaarding van het amendement. Ik meen eerlijk te zijn geweest en ik herhaal dat een budgetegali satiefonds bij het woningbedrijf niet bestaat, dat er een post op de gemeentebegroting staat waarvan conform de bedoelingen voor dit project gebruik kan worden gemaakt en dat de dienst openbare wer ken per definitie wezensvreemd aan deze operatie is. De heer VAN ASSELDONK: De wethouder heeft nogal wat gezegd. De heer Van Asseldonk zit acht jaar in de raad en ik denk dat deze raad weet dat Wethouder VAN DUN: Dat heb ik niet gezegd! De heer VAN ASSELDONK: U hebt gezegd: lang genoeg. Ik denk dat deze raad weet dat er, wanneer de heer Van Asseldonk of de V.V.D.-fractie met een motie komt, een gedegen onderzoek is ingesteld. De informatie die ik heb verworven, komt van dezelfde dienst als waar de heer Van Dun zijn informatie haalt. De heer Van Dun heeft ons overigens inder tijd zelf opgewekt eens wat meer bij de diensten langs te gaan. Ik begrijp niet waar de wethouder het vandaan haalt dat de heer Van Asseldonk als een wilde hond door de wereld van de budgetegali satiefondsen zou gaan en lukraak over budgetegali satiefondsen zou praten. Dergelijke uitspraken sieren de wethouder niet en doen afbreuk aan mijn integriteit. Afgelopen vrijdag ik heb daarop gisteren gewezen zat er in het budgetegalisatiefonds een bedrag van 844.300,Wanneer dit getal niet klopt, moet de wethouder daarop attenderen; dat lijkt mij niet meer dan loyaal. Ik meen echter dat het precies klopt. Tot aan de 48e wijziging zat er in het budgetegalisatiefonds1.303.000,De dienst meende de volgende posten te moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 496