21 APRIL 1982 500 moeten worden toegepast. De heer GARRITSENVoor de duidelijkheid: met het oog op een eventuele aanvaarding van het amendement, wil ik weten of het uit bestuurlijk oogpunt onuitvoerbaar is en of het financieel- technische fouten bevat. Als beide vragen ontken nend worden beantwoord, zal ik het amendement steunen. Tot slot zou ik nog willen vragen of de mening die de wethouder zojuist heeft uitgespro ken door het college unaniem wordt gesteund. Heeft hij zijn opmerkingen aan het adres van de V.V.D. namens het gehele college gemaakt? Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Het voorstel van het college is een uitvloeisel van een motie die onze fractie indertijd heeft ingediend. De mo tie is indertijd tot onze spijt wat afgezwakt, maar zij is uiteindelijk door de gehele raad aan vaard. Het doet ons veel deugd dat de heer Van Asseldonk, die in de commissievergadering nog niet wist wat democratiseren eigenlijk inhoudt, het voorstel nu met zo veel verve verdedigt. De heer VAN ASSELDONK: Ik heb er ook een mid dag voor uitgetrokken! Ik heb niet onder stoelen of banken gestoken dat ik ernaast zat. In zo'n situatie ga je naar iemand toe die je uitlegt hoe de vork in de steel zit. Daar ben ik mee begonnen! De VOORZITTER: Zo gaat dat. Nu is het woord aan mevrouw Muntjewerff. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: De opstel ling van de heer Van Asseldonk doet ons buitenge woon veel plezier. Sterker nog: de motieven die hij heeft aangevoerd, spreken ons dusdanig aan, dat onze fractie zijn amendement zal steunen. Mevrouw VAN ROOIJ-VAN DEN HEUVEL: Bij ons is het omgekeerd. Ons spraken de argumenten van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 500