503 21 APRIL 1982 op te starten, mits deze een experimenteel karak ter hebben en het dus niet om blijvende dekking van democratiseringskosten gaat. Ik heb in eerste termijn gezegd dat naar mijn mening bij welslagen van het experiment de kosten van de inspraak in de normale exploitatie van het woningbedrijf zullen moeten worden opgenomen, conform het principe dat bij de woningbouwverenigingen geldt. De post coördinatie inspraak bestaat en het is geen noodgreep of een incident dat wij ons er toe bekennen. Ik wil de heer Van Asseldonk in alle vriendelijkheid herinneren aan het opstarten van het democratiseringsproces ten aanzien van het plan-Kesterende kosten daarvan zijn uit dezelfde pot gedekt. De redenering van de heer Van Assel donk volgend, had je die kosten bijvoorbeeld ten laste van stedebouw of ten laste van het grondbe drijf kunnen brengen, maar ook dat zou niet juist zijn geweest. De opstart van de werkgroep 2000 men zal zich het raadsvoorstel nog herinneren moet uit de post coördinatie inspraak worden be kostigd. Dit alles heeft mij verleid tot mijn wellicht wat bruuske opmerking dat de heer Van Asseldonk als een jonge hond door het wereldje van de bud getegalisatiefondsen dartelt. Ik bedoel daarmee niets anders dan dat de heer Van Asseldonk die ik hoog acht in zijn functioneren als raadslid voorbij gaat aan de functionele relaties waarmee we in dit geval te maken hebben. Een volgend argument. De heer Van Asseldonk heeft even enige bedragen genoemd die nog uit het budgetegalisatiefonds moeten worden besteed. In eerste termijn heb ik hem erop gewezen dat bij de besteding van de gelden uit het budgetegalisatie fonds van de dienst openbare werken bepaalde acti viteiten in het kader van de taakstelling van die dienst een hogere prioriteit verdienen te krijgen. Als één van die activiteiten noem ik de werkenad- ministratie, waarover te zijner tijd een voorstel zal worden gedaan. In het kader van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 503