21 APRIL 1982 510 gereserveerde subsidiegelden niet meer toereikend blijken te zijn. Ik verwijs in dit verband naar de aanhef van het voorstel. Als het beleid erop ge richt is Bredanaars in beweging en aan het sporten te krijgen, is het logisch gevolg daarvan dat een grote groep mensen de eigen sport min of meer geor ganiseerd wil bedrijven. Dat in feite de georgani seerde sportbeoefenaars de mensen die in bewe ging zijn daarvoor moeten bloeden, vinden wij niet zo'n bijster goede vondst. In het verleden is toegezegd dat het toenma lige bevriezen van de sportsubsidies slechts een malig zou zijn. Wij kunnen ons voorstellen dat door de gewijzigde financiële situatie van de ge meente op die toezegging moet worden teruggekomen, maar dat neemt niet weg dat de verenigingen zich beknot voelen. We hebben een nieuwe tarievennota vastgesteld die voor vele verenigingen een extra belasting betekent, en nu worden diverse vereni gingen weer beknot in hun ledensubsidie. Dergelij ke maatregelen zullen beslist niet stimulerend werken op de vele vrijwillige werkers die het sportgebeuren een beetje op peil proberen te hou den. Het college kiest voor het niet meer subsidi ëren van de in Breda sportende niet-Bredanaars mede omdat er een compensatiemogelijkheid zou be staan voor verenigingen die met dit fenomeen te maken krijgen. Zou het college de betrokken vere nigingen op die subsidiemogelijkheid willen wijzen en zou het ze zeer nadrukkelijk willen verwijzen ik heb op dit punt mijn twijfels naar gemeen ten die volgens het voorstel een dergelijke rege ling zouden hebben? Tot slot hebben wij ons afgevraagd of het nu nog nodig is deze maatregelen te nemen, zo vlak voor de inwerkingtreding van de nieuwe sportsubsi- dieregeling, die in 1983 zou moeten gaan functio neren. De heer GARRITSEN: Het komt niet zo vaak voor,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 510