21 APRIL 1982
516
noem in dit verband tevens de wijziging van het
ambtenarenreglement, waarmee de vakbonden niet zo
blij waren. De wethouder presenteert voorstellen
vaak op deze wijze.
In eerste termijn heb ik over kortingen ge
sproken. Men kan er terecht op wijzen dat hier
andere bedragen in het geding zijn dan er op de
rijksbegroting staan. Als je echter nagaat wat de
verenigingen procentueel minder krijgen, kom je
tot de conclusie dat het voor de verenigingen toch
wel "aantikt". Ik vind het onaanvaardbaar een der
gelijke vermindering achteraf per 1 januari 1982
in werking te laten treden. Ik heb daar onoverko
melijke bezwaren tegen en ik kan dan ook aankon
digen dat ik mij tegen het voorstel zal uitspre
ken.
Wethouder WELSCHEN: Allereerst iets naar
aanleiding van de vraag van de heer Grosfeld.
Overleg met de randgemeenten over de vraag, of
zij zo vriendelijk willen zijn subsidies die wij
nu betalen, van ons over te nemen, zou ik best
kunnen voeren, maar ik ben er niet erg optimis
tisch over. Ik heb er geen moeite mee het volgende
af te spreken. Als verenigingen het bij hun tocht
naar een andere gemeente om compensatie voor een
in Breda weggevallen subsidie te vragen, nuttig
achten dat van onze kant medewerking wordt ver
leend, ben ik bereid die medewerking te geven. De
primaire verantwoordelijkheid ligt bij de vereni
gingsleden. Ik heb wel eens het voorbeeld genoemd
van Zwart-Wit: de helft van het aantal leden be
staat daar uit mensen uit Nieuw-Ginneken en ter
wijl wij subsidiëren, houdt Nieuw-Ginneken gewoon
de deur dicht. Primair is hier de relatie tussen
die sporters en die gemeente aan de orde. Wanneer
wij een bijdrage kunnen leveren, ben ik daartoe
bereid, maar het initiatief zal bij de verenigin
gen moeten liggen.
Hiermee ben ik tevens ingegaan op een soort
gelijke opmerking van de heer Veelenturf. De