519
21 APRIL 1982
en eigenlijk een beetje is doodgepraat en doodge
schreven. Ik volsta met een verwijzing naar het
rapport van de staatscommissie-Koopmans en naar
het daarop aansluitende rapport van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten. Burgemeester en wethou
ders hebben daaruit niet zonder zegen ge
spiekt, en dat siert hen. Zij hebben gebruik ge
maakt van het in het rapport van de staatscommis
sie-Koopmans gemaakte hoogst belangrijke onder
scheid tussen persoonsgegevens enerzijds en "ge
voelige gegevens" anderzijds; dit onderscheid is
verwerkt in artikel 1 van de verordening. Verder
is het zo dat het door burgemeester en wethouders
voorgelegde model van een regeling niet helemaal
onbekend voorkomt aan degenen die kennis hebben
genomen van de modellen die zijn overgelegd door
de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Ook daar
bij vinden wij een model dat overeenkomt met een
registratiecommissie ex artikel 61 van de Gemeen
tewet. Er is dus gebruik gemaakt van een bekende
figuur.
Ook ik hem mij in hoge mate aan "spieken"
zondig gemaakt. Je kunt namelijk naar mijn smaak
voor dit onderwerp nergens beter terecht dan in
het C.D.A.-maandblad Bestuursforum. Ik raad met
name de leden van de P.v.d.A.-fractie aan dit blad
een- en andermaal te lezen, te spellen en zelfs
uit het hoofd te leren. In de nummers van maart
1980 en van december 1981 staan belangrijke bij
dragen waarin wordt uiteengezet dat er diverse
criteria zijn waaraan een verordening technisch
moet voldoen. Ik ben tot de conclusie gekomen dat
het voorstel van burgemeester en wethouders in ho
ge mate aan die criteria voldoet en ik maak hun
dan ook wat dat betreft mijn compliment.
Vervolgens iets over de politieke kant van de
zaak. Dit onderwerp heeft te maken met belangrijke,
vaak zelfs zorgelijke emotionele aspecten; daar
naast zijn er natuurlijk ook zakelijke aspecten.
Op de emotionele aspecten wil ik zeer in het kort
even ingaan. Iedereen weet wat voor "toestanden"