21 APRIL 1982 524 bevolkingsboekhouding. Onze fractie wil daarover best praten. Het artikel zal met name aan de orde komen bij de subreglementen die nu moeten worden opgesteld. Bij voorbaat is nog niet duidelijk waarom gegevens uit de bevolkingsboekhouding naar bepaalde instanties toe zouden moeten. We zullen tot een kritische beoordeling moeten komen, tij dens besprekingen die in het openbaar worden ge voerd, omdat het hier om een duidelijk politiek onderwerp gaat. Vanuit deze opstelling gaat onze fractie met het voorstel akkoord. De heer SCHURING: Mijn opmerking over beslo tenheid had alleen betrekking op de wijze waarop gegevens worden beschermd. Dat moet je natuurlijk niet aan iedereen vertellen. De VOORZITTER: De registratiecommissie. De heer HENDRICKSEen korte opmerking voor af. Een plaatselijke verslaggever heeft eens ge klaagd over gebrek aan humor in deze raadszaal. Vanavond is het tegendeel gebleken en het is jam mer dat de betrokkene, Gerard van Herpen, nu niet aanwezig is. Wat de privacyverordening betreft: bij onze algemene beschouwingen hebben wij uitdrukkelijk om zo'n verordening gevraagd en wij zijn blij dat zij thans aan de raad wordt aangeboden. De registratie van gegevens van personen is een zeer gevoelige materie ten aanzien waarvan Breda nu min of meer een spitsfunctie vervult aangezien er nog niet eens een directe wettelijke verplichtig is. Wij achten de verordening een evenwichtig stuk. Enkele van de door de heren Schuring en Oomen gemaakte opmerkingen worden door ons onderschreven en ik zal ze dan ook niet herhalen. In het voorstel wordt terecht geconstateerd dat de rol van de raad met het aannemen van de verordening nog niet voorbij is. Aan integratie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 524