525 21 APRIL 1982 van systemen en aan koppeling van informatie uit verschillende systemen zal altijd nog een gemeen teraadsbesluit ten grondslag moeten liggen. Ook met de toepassing in dezen van artikel 61 zal de raad nadrukkelijk te maken krijgen en bovendien zal de koppeling met politiebestanden nog aan de orde komen. Ik zou het bijzonder op prijs stellen als op korte termijn in de commissie algemene zaken nader zou kunnen worden gesproken over de inwerkingtre ding en de consequenties van de verordening. Wel licht zou een excursie naar het C.B.T. in Tilburg kunnen worden georganiseerd, zodat we feitelijk kunnen kennis nemen van bepaalde registratiesys temen, de aard van de werkzaamheden en de conse quenties. De heer TAKS: Als er één onderwerp is waaro ver de grote politieke stromingen in ons land het in grote lijnen met elkaar eens zijn, dan is het wel de noodzaak van maatregelen ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het gebruik van verzamelingen van persoonsgegevens, met name via de geautomatiseerde registratiesyste men. Daarom is het des te opmerkelijker dat het zo lang moet duren voordat er op dat gebied een wettelijke regeling tot stand komt. In 1972 wordt de staatscommissie ingesteld die in 1976 haar eind rapport uitbrengt, waarna dan eind 1981 het wets- ontwerp op de persoonsregistraties bij de Tweede Kamer wordt ingediend. Bij die gelegenheid ver klaart de minister van justitie tamelijk laconiek dat de invoering van de wet niet op korte termijn te verwachten is. Met de parlementaire behandeling van het wetsontwerp zal vermoedelijk wel een jaar of drie gemoeid zijn, waarna de wet fasegewijs zal worden ingevoerd. Dit betekent dat de Wet op de persoonsregistraties op zijn vroegst in 1985/ 1986 van kracht zal zijn. Tegen deze achtergrond doet het nogal lach wekkend aan dat in het preadvies wordt opgemerkt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 525