21 APRIL 1982 530 algemene zaken te informeren over de voortgang van de werkzaamheden op het terrein van de priva cy, zowel landelijk als in Breda. Bovendien geldt dat de commissie als het ware vanzelf zal worden betrokken bij activiteiten die uit de privacy verordening voortvloeien. Ik denk in dit verband aan de totstandkoming van de registratiecommissie, een commissie ex artikel 61, waarvan de komst door de heer Schuring wordt toegejuicht. Derge lijke aangelegenheden zullen na de inwerkingtre ding van de privacyverordening aan de orde moeten worden gesteld en de raad zal er besluiten over moeten nemen, zodat zij als vanzelfsprekend de commissie algemene zaken zullen passeren. Daar naast doe ik de algemene toezegging dat ik de com missie op de hoogte zal houden van de wijze waar op de situatie zich ontwikkelt. De heer Schuring heeft gezegd dat de materie technisch ingewikkeld is. Ik heb bij de voorbe reidingen dezelfde ervaring gehad. De voorberei dingen hebben niet voor niets lang geduurd; in de commissie algemene zaken is naar ik meen drie keer over dit onderwerp gesproken. Ik wijs de heer Schuring erop hij zal dat al hebben gesigna leerd dat in de verordening een duidelijke lijn van bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheid te ontdekken is. De raad heeft tot taak in de verordening regels te stellen. Burgemeester en wethouders stellen reglementen op en brengen die ter kennis van de commissie algemene zaken. De re gistratiecommissie, die met het toezicht zal wor den belast, zal, als artikel 61-commissievia de commissie algemene zaken nog nader in de raad aan de orde komen. Van groot belang is dat de regis tratiecommissie mede met het oog op haar speci fieke taak ten aanzien van het privacygebeuren, goed wordt samengesteld. De betekenis van de ver ordening ten aanzien van verzamelingen kan pas gestalte krijgen als de registratiecommissie haar instemming geeft. De heer Oomen heeft gevraagd of de reglementen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 530