553
21 APRIL 1982
van mij naar buiten komt.
Ook in het geval van de Stichting Huisvesting
Alleenstaanden storten we ons naar mijn mening in
een financieel avontuur. Het college doet deze
kwestie op een opvallend oppervlakkige wijze af.
Er wordt het accountantsrapport bevat op dit
punt heel duidelijke taal een risico van
300.000,gelopen, maar het college gaat daarop
niet in: het belt de Stichting op en krijgt te
horen dat het allemaal wel meevalt. Natuurlijk
zal men bij de Stichting iets dergelijks zeggen!
Dit neemt echter niet weg dat het accountantsrap
port heel duidelijke taal over het voortbestaan
van de Stichting spreekt. Als in een accountants
verklaring over de jaarstukken dergelijke opmer
kingen voorkomen, moet je naar mijn mening met de
betrokken Stichting zeker geen zaken doen. Ook
los daarvan vind ik trouwens dat hier een taak
voor de woningbouwverenigingen ligt. Dit alles
klemt te meer tegen de achtergrond van het maat
schappelijk kapitaal van 100,Je zou kunnen
zeggen dat er vooruitgang in zit: dit kapitaal is
20 keer zo groot als het kapitaal van een Stich
ting die met 5,begon, maar ook daarmee hebben
we grote risico's gelopen en ik vind de situatie
in dezen dan ook zorgelijk.
Met betrekking tot de woningtoewijzing wordt
steeds een beetje een spelletje gespeeld. Toen het
voorstel voor het eerst op tafel lag, dacht ik dat
men met de Stichting Huisvesting Alleenstaanden in
die zin tot een regeling was gekomen, dat de toe
wijzing door het C.R.B. zou worden geregeld. Wet
houder Van Dun zei op 18 augustus 1980 in de raad
dat de toewijzing van de woningen en de mutaties
voor de volle 100% door het centraal registratie
bureau zouden worden verzorgd; het ging toen over
de Sluissingel. De wethouder heeft dus heel expli
ciet aangegeven dat het C.R.B. de toewijzing zou
verzorgen. Ten aanzien van het eerste punt dat aan
de orde is geweest, is mij niet duidelijk hoe een
en ander nu is geregeld, maar voor de Stichting