555
21 APRIL 1982
voorkomen. Mijn eerste vraag is dan ook: wanneer
kunnen wij een algemene regeling tegemoet zien die
met een kettingbeding in grondovereenkomsten kan
worden opgenomen?
In beide gevallen heeft de betrokken Stich
ting toegezegd dat zij voor wat de eerste bewoning
betreft zo veel mogelijk in_ of na overleg met het
C.R.B. kandidaten voor toewijzing zal kiezen. In
de commissie financiën is een uitgebreide discus
sie over de woorden "in" en "na" gevoerd. Ik heb
gezien dat in de desbetreffende voorstellen "in
overleg" is veranderd in "na overleg", wat juri
disch gezien op een enorme verzwakking neerkomt.
Het komt in ieder geval wel de logica van het ver
haal ten goede, gezien de opstelling van de pread
viezen en de daaraan gekoppelde besluiten, maar ik
betreur dat in plaats van "in overleg" de formu
lering "na overleg" wordt gehanteerd. Van belang
is dat op deze wijze de tweede of derde bewonings-
situatie op geen enkele wijze meer te regelen valt
in het vervolg zijn de stichtingen volledig vrij
om met betrekking tot de bewoning te doen en te
laten wat zij zelf wensen.
In de commissie financiën is daarnaast ge
sproken over de kwestie van het wel of niet toe
zenden van de jaarrekeningen. De heer Garritsen
is hierop, wellicht naar aanleiding van de punten
die wij destijds hebben genoemd, al ingegaan. Wan
neer men in het maatschappelijk verkeer met elkaar
te maken heeft en wanneer er op een gegeven ogen
blik een relatie gaat ontstaan, willen de partijen
voordat die relatie een feit wordt van elkaar we
ten wie zij precies zijn. Wanneer bijvoorbeeld een
particuliere onderneming in deze goede stad een
project zou willen ontwikkelen waarmee gemeen-
schapsgrond en dergelijke gemoeid is, zal de ge
meente aan die particuliere ontwikkelaar garanties
met betrekking tot onder meer zijn solvabiliteit
vragen. Ik vind het hoogst merkwaardig dat zulke
garanties aan deze stichtingen niet worden ge
vraagd.