21 APRIL 1982 560 stelt. Die garantie van het rijk ligt er nog niet, maar als de raad de voorgestelde besluiten neemt, machtigt hij ons de garantiestellingen te onderte kenen op het moment dat wij de financiële verkla ring van het rijk in ons bezit hebben, niet eerder en niet later. Dit betekent dat er geen sprake van financiële avonturen is en dat onze risico's heel duidelijk zijn afgegrensd. Ik vind het wat flauw van de heer Garritsen dat hij toch op het aambeeld van de financiële avonturen en de risico's blijft hameren. De heer Garritsen heeft zelf al geconstateerd dat zijn opmerkingen over de Prins Hendrikstraat en over het tijdstip van de bouw buiten de orde zijn. Ik zal er niet op reageren, want ik zou niet graag buiten de orde treden. De opmerkingen van de heer Garritsen over de relatie tussen het stichtingskapitaal van 100, en eventuele financiële risico's die een dergelij ke organisatie aangaat, vind ik nogal vergezocht. Ik denk dat er in Nederland niet één stichting, van welke aard dan ook, te vinden is waarbij het stichtingskapitaal een redelijke afdekking geeft van de financiële risico's die bijvoorbeeld met aankopen, exploitaties en investeringen samenhan gen. Deze relatie moet men niet zoeken. Ik geef de heer Hendricks er gelijk in dat een algemene regeling wenselijk is. Daarover kun nen we beter op een ander ogenblik spreken dan bij de behandeling van deze garantieverklaringen. Wat het ter inzage leggen van stukken betreft het antwoord op vraag 1 van de heer Garritsen ver schaft naar mijn mening volstrekte duidelijkheid omtrent de vraag van wie het initiatief is uitge gaan. De derde zin van dit antwoord luidt: "Wel heeft ons college verzocht de jaarstukken over 1979 en 1980 te mogen ontvangen." Het initiatief is dus kennelijk van het college uitgegaan. De stukken zijn alleen nog niet in definitieve vorm beschikbaar. Zodra dit wel het geval is, belet niets ons de raadsleden er kennis van te laten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 560