m 563 21 APRIL 1982 opmerkingen van de wethouder neem ik aan dat bij eventuele volgende garantieverleningen in ieder geval een bepaling in de garantievoorwaarden zal worden opgenomen, inhoudende dat de woningen door een centraal toewijzingsbureau zullen worden toe gewezen. De heer GARRITSEN: Wat de wethouder heeft ge zegd, is nauwelijks een beantwoording. De gemeente moet de jaarstukken beoordelen, op soortgelijke wijze als waarop dat bij woningbouwverenigingen gebeurt. Niet voor niets wordt er steeds geschermd met het bekende artikel 59, lid 6, van de Woning wet, waarin aan deze stichtingen in feite dezelfde eisen worden gesteld als aan woningbouwverenigin gen. Het komt tegen deze achtergrond heel vreemd over als de wethouder zegt dat de jaarstukken pas na zes maanden komen en dat ze er nu nog niet kun nen zijn. We praten over jaarstukken over de ja ren 1979 en 1980 en wat de wethouder zegt, geldt dus niet. Als die jaarstukken er niet zijn, met accountantsverklaringen erbij, vind ik dat uiterst verontrustend. Men heeft de stukken over 1977 en 1978 wèl toegestuurd, terwijl men daartoe op dat ogenblik nog in het geheel niet verplicht was, maar de andere jaarstukken zijn er nu nog niet. Ik vind dit uitermate merkwaardig. Met een stich ting die niet eens de jaarstukken kan presenteren ga je toch geen zaken doen! De Stichting handelt in strijd met de bepalingen van de Woningwet. De jaarstukken van woningbouwverenigingen worden door de gemeente heel intensief bestudeerd. In het geval van Sint Laurentius is de gemeente tot de conclusie gekomen dat de jaarstukken niet deugden, waarna zij deze aan het ministerie heeft voorgelegd. In dit geval echter gebeurt er niets. Bij de NSAW blijkt zelfs een vrij groot negatief exploitatieresultaat te zijn behaald. Dat lijkt mij reden genoeg om naar de volgende jaarrekenin gen te vragen en na te gaan hoe het in elkaar zit. Wat de Stichting Huisvesting Alleenstaanden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 563