21 APRIL 1982 568 Wethouder SANDBERG: Dit is correct. Ik weet alleen niet of de heer Hendricks nu uit andere brieven citeert dan ik. In de commissie heb ik ge zegd dat ik ten behoeve van de raad zou uitzoeken wat er nu in de besluitvorming moest staan en wat was overeengekomen. Ik heb er de correspondentie op nageslagen en daarin worden de woorden "na overleg" gebruikt. Als de overeenkomst schrifte lijk in brieven is vastgelegd, mag men niet van mij eisen dat ik aan de raad een conceptbesluit met de woorden "in overleg" voorleg. Ik moet de raad er duidelijk op wijzen dat via de brieven overeenstemming is bereikt over de woorden "na overleg". Het concept-besluit dat wordt aangeboden moet daarbij aansluiten. De heer Garritsen is nogmaals op de beoorde ling van jaarstukken ingegaan. We kunnen natuur lijk geen jaarstukken beoordelen die er niet zijn. Volgens de schriftelijke beantwoording van vragen van de heer Garritsen ontstaat pas door een forme le relatie een verplichting tot overlegging van jaarstukken. Die verplichting is er dus pas in het jaar waarin een relatie tussen de gemeente en één van de stichtingen ontstaat. Vanaf dat moment is de stichting verplicht haar jaarstukken voor te leggen. Zolang die relatie niet bestaat, zal zij wèl jaarstukken moeten overleggen aan de rijkso verheid, die met betrekking tot het risico ten op zichte van dit soort stichtingen als toezichthou dend orgaan geldt. Wat het risico van 300.000,betreft: er zijn diverse opvattingen mogelijk, maar de Stich ting heeft ons duidelijk laten zien waar het ver schil in ontstaat. In ieder geval kan men niet op basis hiervan zeggen dat de gemeente zich in een financieel avontuur zou storten. De heer GARRITSEN: Dat zeg ik ook niet. Het gaat mij erom dat u zich ten aanzien van het risi co dat wordt gelopen, meer baseert op het verhaal van het bestuur dan op een accountantsverklaring.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 568