573 21 APRIL 1982 heb ik naar ik meen voor het eerst een suggestie op dit punt gedaan. Wat waren de motieven? Het was mij bekend dat veel laboratoria, kleine bedrijven, boeren vraag het maar aan Jacques Goos fo tohobbyisten, doe-het-zelvers etcetera genood zaakt waren hun chemisch afval als volgt te lozen: vloeibaar afval in het riool, vast afval met de vuilnisman mee en het ergste gif op de plank (het staat er nog, bij vele gezinnen)Grote bedrijven hebben zó veel afval, dat professionele verwerking hiérvan zinvol is. Het is overigens de vraag of dit de laatste jaren altijd goed is verlopen. Het plan tot het oprichten van een chemisch afvalstoffendepot is nu onder invloed van de na volgende ontwikkelingen aanvaard: - de recente vondsten van chemisch afval op stortplaatsen en in de bodem bij woningbouw, die de publieke opinie hebben gemobiliseerd; - de komst van de Wet op de chemische afval stoffen, waarbij dumpen of lozen wordt ver boden doch waarbij de gemeente geen wette lijke taken heeft; - het verloop in Breda: opname van het depot als een secundaire prioriteit in de nota milieuhygiëne, bezoek van de commissie be drijven en het vervoerbedrijf aan het be staande depot te Eindhoven, maar vooral het positieve antwoord eind 1981 bij de begro tingsbehandeling van de toen kersverse milieuwethouder Van Dun op de vraag van on ze fractie of de in 1981 niet bestede gel den voor milieuzaken niet via de omweg van het budgetegalisatiefonds konden worden ge bruikt voor dit depot. Onze fractie is er gelukkig mee en stemt in met het voorstel. De schaatsen zijn nu scherp, maar er moet nog wel worden geschaatst. Hoe denkt het college de tariefstelling, de openstelling en de publiciteit zó te kunnen richten, dat van deze voorziening een optimaal gebruik kan worden ge maakt? Onderaan bladzijde 2 van het voorstel lezen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 573