581 21 APRIL 1982 amendement af. De heer GARRITSENAls de verordening zoals zij vóór ons ligt wordt uitgevoerd en als de cen trale adviesraad zich heel formeel opstelt, zal er een bijna onwerkbare situatie ontstaan, tenzij de adviesraad waanzinnig veel activiteiten gaat verrichten. De praktijk zal vermoedelijk zijn dat de werkgroepen die zich met bepaalde activiteiten bezighouden, vaak heel direct contact zoeken met gemeentelijke diensten en met het college. De centrale adviesraad is naar mijn mening onvoldoen de toegerust en onvoldoende "bemenst" om, wil het beleidsplan Hoge Vucht inderdaad op korte termijn gestalte krijgen, de vereiste centrale functie te gaan vervullen. Mijn conclusie is dat we de ver ordening niet strikt en keihard juridisch moeten uitleggen, maar dat we moeten kijken hoe in de praktijk wordt gewerkt en dat we desnoods bereid moeten zijn de verordening aan te passen. Zonder dat ik mij in de technische discussie wil mengen, wil ik ook nog iets over de amende menten zeggen. Wat de P.v.d.A.-fractie wil is heel duidelijk geworden en mijn politieke beoordeling sluit daarbij aan. Of er nog redactionele wijzi gingen nodig zijn, hoor ik van het college wel. Willen we een voortvarende aanpak mogelijk maken, dan zullen we inderdaad de werkgroepen of bewo- nersgroepen het is van minder belang, welke naam wordt gebruikt aan de gang moeten krijgen om de bevolking er echt bij te betrekken. We moe ten het proces niet alleen laten afhangen van een centrale adviesraad die dan weer een beetje "tus- senbestuurtje" gaat spelen. We moeten de bevolking er zo direct mogelijk bij betrekken en we moeten de lijnen naar het college/de gemeente via de be woner sgroepen gestalte geven. De heer EISSENS: Gezien het late uur is er nauwelijks tijd meer om uitvoerig op dit onder werp in te gaan. Ongeveer negen jaar geleden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 581