21 APRIL 1982 602 belastingen moeten verhogen, met als gevolg dat de onroerend-goedbelasting vrij zwaar op het budget van de mensen drukt. Naar onze mening getuigt dit van een slecht beleid. Mijns inziens zouden overi gens nog wel enige verschuivingen mogelijk zijn: de verdeling woningen/niet-woningen biedt wat dat betreft wel wat ruimte, terwijl misschien ook nog enig, zij het niet veel, soelaas kan worden ver wacht van een verschuiving tussen huurders en eigenaars. Ik pleit ervoor hieraan aandacht te be steden. Het punt van de doorberekening in de huur wordt in de notitie vrij gemakkelijk afgedaan. Ik zou daarover graag meer concrete informatie willen hebben, want zo gemakkelijk kan men zich er, dunkt mij, niet van afmaken. Wethouder SANDBERG: Als algemene typering mag gelden: een helder voorstel; de conclusies zijn tamelijk objectief gekozen en spreken aan. Wat de belastingvrije voet betreft: ik wijs erop dat maatregelen in de sfeer van de onroerend- goedbelasting een object-karakter hebben, ter wijl de woonlastenproblematiekdie naar ik meen is de gehele raad daarvan doordrongen -- voor bepaalde categorieën van inwoners tamelijk nijpend is en waarvan steeds grotere groepen de nare nade len gaan ondervinden, een volstrekt subject-gevoe lige zaak is. Bij de object-maatregelen in de sfeer van de onroerend-goedbelasting zijn de relaties natuurlijk zijn er wel relaties niet zo strak te leggen als we zouden willen. De raad heeft de wens dat er snel iets aan de problematiek wordt gedaan. Het college heeft dezelfde wens en is bereid zo snel mogelijk een onderzoek in te stellen, waarbij diverse sectoren zullen worden betrokken. De heer Van de Steenoven heeft reeds de energiekosten genoemd; ik sluit niet uit dat ook een aantal andere factoren mede in ogenschouw kan worden genomen. Wanneer het onderzoek gereed zal zijn, durf ik op dit ogenblik nog niet te zeggen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 602