607
21 APRIL 1982
van de tweede fase te bestellen, maar dat blijkt
dan al gebeurd te zijn. Er is op gewezen dat de
hoofdcommissaris deze leverantie heeft laten ver
richten onder voorbehoud van de goedkeuring van de
raad. Dat is natuurlijk op zichzelf volkomen juist,
maar het voorstel had op dit punt veel duidelijker
kunnen zijn. Bij kwesties van dit type zijn de rol
van het college en de rol van de raad in hun on
derling verkeer aan de orde. Ik zou ervoor pleiten
dergelijke situaties in de toekomst op een andere
wijze te verwoorden. Wellicht kan ons eens worden
verduidelijkt wat in gemeentelijk verband nu pre
cies "bestellen" is. Ik ben wat dat betreft het
spoor een tikkeltje bijster geraakt. Met het woord
"bijster" verwijs ik overigens niet naar de naam
van een politieman.
De VOORZITTER: Het is het beste het verwijt
hier op tafel te leggen.
De heer GARRITSEN: In de commissie heb ik al
gezegd dat hier tot mijn vreugde voor het eerst
bij de aanschaf van bewapening voor de politie
een, zij het minimale, passage aan geweldsgebruik
wordt gewijd. Ik ben van mening dat over dergelij
ke aanschaffingen eens een werkelijk serieuze dis
cussie zou moeten worden gevoerd. In de beleidsno
ta over de politie is sprake van minimalisering
van geweld. Ik vind dat we daarover eens inhoude
lijk zouden moeten praten, zodat we goed weten wat
dat begrip inhoudt. Er blijken brieven naar de mi
nister te zijn uitgegaan over de wapeninstructie.
Ik vind dat een gedachtenwisseling daarover in de
commissie behoort plaats te vinden. Men zal be
grijpen dat de P.S.P. het aanschaffen van wapens
niet ziet zitten. Het lijkt ons beter 171 gebroken
geweertjes a f 2,te kopen en de politie daarmee
uit te rusten.
De VOORZITTER: Naar aanleiding van de opmer
kingen van de heer Hendricks erken ik dat dit