13 MEI 1982
639
VRAAG (d.d. 4-4-1982 gesteld ing. art. 48, 2e lid
R.v.O.
De heer Garritsen
1In de accountantsverklaring behorende bij de
jaarrekening 1980 van de S.H.A.wordt gecon
stateerd dat er een exploitatie-overschot is
van 81.157,29; tevens wordt in die accoun
tantsverklaring met betrekking tot de vennoot-
schapsbelasing opgemerkt: "Indien de inspecteur
gelijk heeft en de aanslagen tot een bedrag van
ruim 300.000,moeten worden betaald, zal
het voortbestaan van de stichting zeer onzeker
zijn". Is het college gelet op bovenvermelde
gegevens en met het feit dat het maatschappe
lijk kapitaal van deze stichting 100,is,
niet met mij van mening dat het aangaan van be
trekkingen met deze stichting zeer grote risi
co's inhoudt?
2. Zijn de woningen aan de Teteringsedijk al in
opdracht van de S.H.A. verbouwd tot 1 en 2 per
soonseenheden. Zo ja, welke risico's loopt deze
stichting indien de gemeenteraad van Breda ne
gatief adviseert m.b.t. de garantiestelling?
Is de opdracht niet door de S.H.A. gegeven,
door wie is ze dan wel verleend?
3. Is het juist dat het C.R.B. van de gemeente al
woningen heeft toegewezen? Zo ja, is dit niet
onjuist als de raad nog geen besluit heeft ge
nomen in deze zaak?
4. Gezien de risico's die gelopen worden, is het
college dan niet van mening dat of een solide
woningbouwvereniging of de gemeente deze zaak
beter kan beheren en exploiteren?
5. Wanneer het college vraag 4 bevestigend beant
woordt, is zij dan op zeer korte termijn bereid
met voorstellen in die zin naar de gemeenteraad