13 MEI 1982 641 Dit antwoord dekt o.i. de vraagstelling. Ad. 3. De woningen zijn door de stichting toegewezen na ontvangst van kandidaten voorgedragen door het C.R.B. De toewijzing is geschied naar genoegen van het C.R.B. Wij vinden het juist dat het C.R.B. zich bij de uitvoering van de taak "de beschikbaar komende woonruimte zo doelmatig mogelijk te verde len" niet heeft laten remmen omdat op de in ge ding zijnde garantie-aanvrage nog niet is beslist. Ad. 4. De gestelde vraag is naar onze mening niet rele vant. Het initiatief is ten enenmale uitgegaan van de stichting S.H.A. en niet van de woningbouwver eniging of de gemeente. Aanvragers van een gemeen tegarantie hebben recht op een beslissing op hun aanvrage los van de overwegingen vervat in de vraagstelling. Ad. 5. Vraag 4 is niet bevestigend beantwoord, zodat deze vraag geen verder antwoord behoeft. Het college kan zich unaniem verenigen met de be antwoording van deze vragen. Hierbij wordt de kant tekening gemaakt dat de meningen van de P.v.d.A.- wethouders over de relatie Stichting Huisvesting Alleenstaanden/gemeente meermaals zijn vastgelegd en dus bekend zijn. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten conform hetgeen bur gemeester en wethouders hebben voorgesteld. 3. bijlage nr. 167. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN OVEREENKOMSTEN BETREFFENDE DE VERVREEMDING VAN ONROEREND GOED. (D)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 641