642 13 MEI 1982 De heer GARRITSEN: Ik ben om de bekende re denen tegen. Zonder beraadslaging, en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van bur gemeester en wethouders besloten, onder aan tekening dat de heer Garritsen geacht wil worden te hebben tegengestemd. 4. bijlage nr. 143. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN DE "VERORDENING GELDELIJKE STEUN VERBETERING PARTICULIERE WONINGEN". (D) Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Het vast stellen van deze verordening is de uitwerking van een voorstel uit de bijgestelde nota stadsvernieu wing. Het gaat hier om steun die een aanvulling is op de rijksbijdrage voor het verbeteren van particuliere woningen. Op zich valt deze steun po sitief te waarderen, maar wat naar onze mening in de verordening ontbreekt is een relatie tussen het inkomen en de bijdrage. In het voorstel worden te gen het leggen van zo'n relatie argumenten aange voerd waar wel iets voor te zeggen is. Men voert aan dat de regeling simpel moet zijn, dat de toe passing ervan niet te veel tijd mag kosten en dat ook de rijksregeling geen relatie met het inkomen kent. Aan de andere kant moeten wij bedenken dat we 2 miljoen beschikbaar hebben en dat daarvan naar schatting 200 woningen kunnen worden verbe terd. Als het geld op is, is het op, en het moet zo goed mogelijk terecht komen, bij de mensen die er qua inkomen het meest voor in aanmerking komen. Wij zouden het college willen vragen na afloop van een periode waarin in een redelijk aantal ge vallen steun is verleend bijvoorbeeld na een jaar eens steekproefsgewijs na te gaan of de regeling inderdaad aan de doelstelling voldoet: of zij het kleine zetje geeft dat bij de opzet van de regeling voor ogen heeft gestaan en of het geld

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 642