13 MEI 1982 643 bij de mensen terecht komt die er het meest aan spraak op zouden moeten kunnen maken. Wethouder VAN DUN: Kortheidshalve volsta ik met de toezegging aan mevrouw Muntjewerff dat de door haar bedoelde evaluatie na een jaar zal wor den uitgevoerd daarbij zal aan de orde komen hoe het geld is besteed en welke effecten die be steding heeft gehad en dat de regeling naar aanleiding van die evaluatie zal kunnen worden bijgesteld. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 5. bijlage nr. 157. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS MET BETREKKING TOT DE FINANCIËLE CONSEQUENTIES ALS GEVOLG VAN WIJZIGING VAN HET RIJKSBELEID TEN AANZIEN VAN W.S.W.-PLAATSINGEN. (vB) De heer VAN DUIJL: Dit voorstel wordt ons gedaan als gevolg van het feit dat een wijziging is opgetreden in het rijksbeleid inzake de sociale werkvoorziening. In wezen komt het erop neer dat een aantal lasten van het rijk naar de gemeente worden verschoven. De gemeente zal onder bepaalde omstandigheden, en als het om bepaalde werkzaam heden gaat; een bepaald bedrag moeten betalen voor de diensten van de werknemers van de sociale werk voorziening. Er worden hier, zoals gezegd, lasten van de rijksoverheid naar de gemeente verschoven. Anderzijds moet worden bedacht dat de gemeente Breda, evenals andere gemeenten, geruime tijd van de diensten van de sociale werkvoorziening gebruik heeft gemaakt zonder dat daar een evenredige beta ling tegenover stond. Uit het voorstel blijkt dat de gelden die de gemeente beschikbaar moet stellen, in de eerste jaren oplopen. Het lijkt mij dat de werkgelegen heid van de betrokkenen gevaar zou kunnen lopen:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 643