13 MEI 1982 659 mede onderwerp van beraadslaging uit. Mevrouw DEN OUDEN-JANSENWij vinden*het een goede zaak dat er een groenstructuurplan op tafel ligt. Ook onze complimenten voor deze zeer goed leesbare notaj Het was een genoegen deze te be studeren. De komst van een nota over deze materie was trouwens een dringende noodzaak, omdat de dienst beplantingen zorgvuldig met aan te leggen groen moet omspringen, gezien de financiële con sequenties die aan het onderhoud verbonden zijn. In het voorstel wordt ingegaan op de moge lijkheid om financiële middelen ter verwezenlij king van het plan vrij te krijgen door sanering c.q. afstoting van gronden. Het woord "saneren" wordt gemakkelijk gebruikt, maar wat betekent dit in de praktijk voor de burger? Moet het niet van wezenlijk belang worden geacht dat juist in ge bieden waar voorheen in voldoende mate groen aan wezig was en waar nu mogelijk door sanering iets verdwijnt ik denk vooral aan de oudere gebie den het leefmilieu geen geweld wordt aange daan? Wordt straks, als er gelden aanwezig zijn, bij de groenaanleg voorrang gegeven aan woonbuur ten waar weinig groen aanwezig is? De motie die de heer Van de Steenoven op dit punt zojuist heeft ingediend, heb ik namens onze fractie mede kunnen ondertekenen Naar onze mening is het niet voldoende dat er een groenstructuurplan voor de binnenstad is; er moet er één worden gemaakt voor de gehele stad. Zijn hiertoe al aanzetten gegeven? Overigens zijn we het erover eens dat er geen uitverkoop van openbaar groen moet plaatsvinden. Als de dienst beplantingen toch door sanering gronden c.q. open baar groen verkoopt aan openbare werken, hoe is dan de financiële afwikkeling geregeld? De discus sie in dezen is volgens het voorstel nog niet af gerond. Bestaat er enig zicht op, wanneer deze afronding kan plaatsvinden? Wat de straatbomennota betreft: toen ik die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 659