660
13 MEI 1982
las stelde ik mij voor wat een prachtige stad
Breda over twintig jaar zal zijn, als de bomen
eenmaal tot wasdom zijn gekomen. Helaas gaat het
nog slechts om plannen. Ze zijn schitterend, maar
jammer genoeg ontbreekt het geld voor de uitvoe
ring en deze zal daarom moeten worden uitgesteld.
Niettemin, wij zijn content met beide nota's.
Wij gaan ermee akkoord in de wetenschap dat voor
de geplande uitvoering nadere financiële besluiten
nodig zijn.
De heer TEN WOLDE: Zolang ik in de raad mee
draai hebben we in de bestemmingsplannen vaak een
directe functieaanduiding van de groenvoorzienin
gen gemist. Dit was eigenlijk een gekke situatie.
Bij de dienst beplantingen heeft zich een moei
lijke periode voorgedaan, de problemen zijn nu op
gelost en eindelijk krijgt nu het groen de aan
dacht die het moet hebben. Ik ben het volstrekt
met de heer Van de Steenoven eens dat het groen
en de groenvoorzieningen in de stad de condities
scheppen die het klimaat aangenamer maken dan in
louter stenen stedelijke buurten. In dit verband
kan ik meteen zeggen dat mijn fractie weinig
moeite heeft met de door de heer Van de Steenoven
ingediende motie. In commissieverband is ook van
onze kant betoogd dat bij de verdeling van het
groen over de stad de relatief minder bedeelde
plaatsen extra aandacht zullen moeten krijgen. Ik
denk dat dit een goed uitgangspunt is.
Een tweede punt. Men neemt nogal vlug het
woord "uitverkoop" in de mond, maar van een uit
verkoop is natuurlijk geen sprake. Er liggen ver
spreid in onze stad, soms 2 a 3 m van een huis,
kleine stukjes gemeentelijk groen, die zeer on-
derhoudsintensief zijn en de gemeente daardoor
voor hoge kosten stellen. Ik vind dat de realiteit
ons gebiedt die stukjes groen af te stoten. Dat
is een gezonde ingreep, waartoe wij op korte ter
mijn aanzetten moeten geven en die naar mijn me
ning geen enkele invloed zal hebben op de