13 MEI 1982
661
belevingswaarde van dat groen in de stad. Ik zou
de wethouder willen vragen op dit punt op korte
termijn naar concrete voorstellen te streven,
want, zoals mevrouw Den Ouden terecht opmerkte,
de haalbaarheid van de realisering van de nota is
sterk afhankelijk van de beschikbare middelen en
de hoeveelheid beschikbare middelen is op haar
beurt sterk afhankelijk van een grotere efficiency
en van lastenvermindering door verkoop.
De afgelopen twintig jaar de heer Van As-
seldonk heeft dit in commissieverband al toege
licht is de hoeveelheid groen per inwoner enorm
toegenomen. In de jaren '60 was e^ 5 m^ per inwo
ner en op dit ogenblik is er 35 m per inwoner.
Deze opvallende stijging mag zeker worden gememo
reerd, terwijl voorts op de onderhoudsintensivi-
teit moet worden gewezen. In de diverse bestem
mingsplannen hebben we wel de kapitaallasten mee
genomen, maar we hebben wat minder rekening gehou
den met het onderhoud van de diverse soorten groen.
Het is goed dat het realisme nu bovenkomt en dat
we tot het besef komen dat we pas op de plaats
moeten maken ten aanzien van de keuze van het
groen. We zullen veel meer in de richting van het
extensieve groen moeten gaan, want anders zullen
de onderhoudskosten de pan uit rijzen. Deze nuch
terheid wordt door de huidige situatie vereist.
De beslissing die van de raad wordt gevraagd
is nauwelijks indringend te noemen. Volgens het
raadsvoorstel zal er slechts sprake zijn van een
intentionele binding van de raad met de aanbeve
lingen. Door het voorstel te aanvaarden doet de
raad aanbevelingen die het college in de diverse
bestemmingsplannen zal meenemen. Op deelproblemen
en dat geldt zeker voor de uitvoeringsaspecten
zal nog nader worden teruggekomen. Ik meen dat
het goed is dat het groen de functie krijgt die
het in een bestemmingsplan behoort te hebben. De
Haagse Beemden zouden als voorbeeld kunnen worden
genoemd, maar ik denk dat de wethouder daarop nog
wel nader zal ingaan.