13 MEI 1982 667 dat de groenstructuurhoe belangrijk ook, pas in een structuurplan levensvatbaar kan zijn als er minstens een begin is gemaakt met de finahciële dekking van zo'n operatie. Dat laatste heeft nog al wat tijd gekost. Een tweede punt veel sprekers hebben er aandacht aan besteed is dat wij groen niet meer moeten zien als iets wat schertsend wel eens de groene deksel op leidingstraten van het ener gie- en waterbedrijf is genoemd, een deksel die "zo lekker weghapt", met als gevolg dat de lei dingen gemakkelijker bereikbaar zijn, terwijl het groen evenmin de functie dient te vervullen van "behang" voor dingen die openbare werken om het wat simpel te zeggen uit de grond stampt. Ik denk dat de raad voldoende heeft benadrukt dat het groen bij de ontwikkeling van Breda en van de bin nenstad van Breda evengoed thuis hoort in program ma's van eisen als andere elementen die vaak zo vanzelfsprekend zijn. Dat is de waarde van het groenstructuurplan voor de binnenstad. We willen bij de toekomstige ontwikkeling van de binnenstad een achterstand wegwerken en we moeten het groen meteen meenemen in programma's van eisen. Dit lijkt gemakkelijk gezegd en het wordt door de raad emotioneel onderschreven, maar de vertaling in centen en in organisatie en beheer is niet eenvoudig. Ik geloof dat we nu al een voorschotje zullen moeten nemen op mogelijke pro blemen die we zullen zien. Als men het ermee eens is en ik heb begrepen dat de raad die opvat ting inderdaad deelt dat het groen in de pro gramma's van eisen voor de stedelijke ontwikkeling thuis hoort, zal men degene die voor het beheer van het groen verantwoordelijk is, voldoende "tools" moeten geven om hem die verantwoordelijk heid metterdaad waar te laten maken. Daarover is binnen de gemeente het laatste woord nog niet ge zegd. We hebben de besluitvorming rond de binnen stad, het groen betreffend, nu bij elkaar. We

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 667