13 MEI 1982 675 enzovoorts. Daarbij speelt zeker het militair ge bruik van de Galderse Heide een rol. Blijkens het voorstel streeft het college naar het concentreren van militaire activiteiten op de Vrachelse Heide, met eventuele verkoop aan het rijk van de aldaar aanwezige gemeentegronden. Dit streven kan onze goedkeuring wegdragen. De C.D.A.-fractie kan de in het voorstel ge formuleerde doelstellingen onderschrijven. De om vangrijke recreatiemogelijkheden aan de zuidzijde van Breda, die deze stad hun eigen karakter geven, moeten immers in stand worden gehouden. De heer DEK: In de commissie ruimtelijke or dening hebben we nogal wat kritiek op dit voorstel geuit, met name omdat wij niet goed begrepen dat er een apart voorstel van het college van burge meester en wethouders aan de raad moest worden toegezonden op het moment dat, mede op initiatief van de gemeente Breda een plandeel voor het gebied ten zuiden van de woonkern Breda wordt opgesteld. Het onderhavige voorstel heeft immers op dat zelf de gebied betrekking. In de commissievergadering is duidelijk gemaakt dat we mevrouw Den Ouden doelde er al op als er op dit ogenblik in het gebied niets gebeurt, misschien over twee jaar, als het bedoelde plandeel in werking zou kunnen treden, geen Galderse Heide meer hebben. In die zin hebben wij volledig begrip voor de situatie. Als je de situatie tegen de achtergrond van het groter geheel beziet, kun je je het volgende afvragen. Er wordt een plandeel voor het totale gebied gemaakt en de gemeente Breda gaat daar nu een stukje uit nemen. Navraag en informatie bij diverse mensen heeft mij geleerd de gemeenten Nieuw-Ginneken en Breda en het stadsgewest spelen daarbij een rol dat voor het plandeel Zuid wellicht een subsidie van 75% van het ministerie van C.R.M. zou kunnen worden verworven. Wij zouden het een vreemde gang van zaken vinden als de rest van het gebied op een klein

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 675