692 13 MEI 1982 Wethouder VAN DUN: Ja, dat is een hard gege ven voor Breda, dat we ook inbrengen in het deel plan Zuid en dat tot op dit ogenblik op nog geen enkel probleem is gestuit. Ik vind dat we echter niet ongezien voor de toekomst kunnen zeggen dat wij het beheersplan ondergeschikt maken aan het deelplan Zuid zoals het te zijner tijd zal worden goedgekeurd. Naar mijn mening is dat onzorgvuldig. Wethouder WELSCHEN: De heer Dek suggereert een tegenstelling die er naar mijn beste weten ik ben voorzitter van die club niet is. Zo als men weet gaan wij plannen ontwikkelen. Wij hebben gezamenlijk een programma van eisen vast gesteld en in dezelfde periode als waarin dat programma van eisen is opgesteld is ook het be heersplan dat op het ogenblik aan de orde is, voorbereid. De twee stukken zijn op elkaar afge stemd. Bovendien zal het bureau dat nu verdere ontwerpen gaat maken, met de regelmaat van de klok terugkoppelen. Wij controleren aan de hand van de ontwikkeling van de tekeningen of het vanavond vast te stellen beheersplan in deze vorm wordt meegenomen. In die zin hebben we een optimale sa menwerking, met een duidelijke bewaking van de randvoorwaarden die Breda stelt. Wethouder VAN DUN: Ik dank collega Welschen voor zijn interruptie. Nu is meteen duidelijk wie de voorzitter van die werkgroep is. Mijn betoog in eerste termijn en de aanvullingen in tweede termijn leiden mij tot het advies aan de raad het beheersplan goed te keuren zoals het is gepresen teerd en de beide amendementen niet te aanvaarden. Als de raad in die zin besluit, gaat de eigen aard niet verloren die pittig is en blijven moet. Hiermee heb ik de heer Ten Wolde de laatste twee regels van het tweede couplet van het Bredase volkslied laten horen. Het amendement-Dek wordt hierna in stemming

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 692