13 MEI 1982 695 gewoon de naam van de betrokkene zou moeten noe men, net zoals dat in andere gevallen gebeurt: men spreekt ook niet van een "villabewoner" oï een "woningwetwoningbewoner". Men moet niet stigmati serend te werk gaan en men moet in voorstellen als dit de procedure volgen die voor iedere Bredanaar geldt. De heer TEN WOLDE: We worden hier geconfron teerd met een moeilijk en indringend probleem, dat overigens niets te maken heeft met het recht op welke vorm van bewoning dan ook. Het college heeft een principiële fout gemaakt toen het het voorgenomen beleid doorkruiste door een ontheffing ingevolge artikel 10 van de Woonwagenwet te geven. Op de verleende ontheffing volgt nu een ruimtelijke-or deningsprocedure, de procedure op grond van arti kel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening. Deze procedure is enerzijds bedoeld en zij wordt hier ook vaak zo gehanteerd om ongewenste ont wikkelingen tegen te gaan. In dit geval wordt de procedure gebruikt om ongewenste ontwikkelingen mogelijk te maken. Ik signaleer een tweezijdige benadering van de toepassing van artikel 19 van de Wet op de ruimtelijke ordening. De heer GARRITSEN: Dit is dan wêl de inter pretatie die de V.V.D. eraan geeft. Voor mij zijn dit heel gewenste ontwikkelingen. De heer TEN WOLDE: De P.S.P. geeft z<5 veel interpretaties, dat ik ook het recht heb eens een eigen interpretatie te geven. Als de heer Garrit- sen mij dat belemmert, is het met de vrijheid erg slecht gesteld. In het geval van het projecteren van woonsi tuaties, hetzij op het gebied van de sociale wo ningbouw, hetzij op het gebied van zoals de heer Garritsen het wat spastisch uitdrukte het bouwen voor "villabewoners", dient het uitgangs punt te zijn dat de normale ruimtelijke procedures

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 695