700
13 MEI 1982
het intergemeentelijk spreidingsbeleid, dat lang
zaam en slecht van de grond komt. De beleidsvoor
nemens van C.R.M. en van de h.i.d. gaan naar ik
meen in dezelfde richting.. Ik zou de wethouder in
dit verband willen vragen hoe de h.i.d. over deze
benadering van lokaties denkt.
Mevrouw Paulussen beroept zich op de formele
aanwezigheid van artikel 10, maar door het sprei
dingsbeleid dat landelijk wordt geadviseerd is
naar ik meen nu juist de grondslag van artikel 10
weggevallen. Er zijn, denk ik, in Driekoningenoord
vele gezinnen te vinden die niet meer in de huidi
ge woonsituatie passen. Mijn fractie vindt in dat
verband dat we erg voor precedentwerking moeten
oppassen en dat we moeten vermijden incidentele
oplossingen te kiezen die haaks staan op de hoofd
oplossing die wenselijk wordt geacht. Dat heeft
niets te maken met de sociale indicatie van het
onderhavige geval, hoe dringend die ook zou kunnen
zijn. Ik vraag mij af hoe de h.i.d. en C.R.M. te
genover deze doorkruising van het hoofdbeleid
staan. Het is betreurenswaardig dat het college
zich op de formele aanwezigheid van artikel 10 in
de Woonwagenwet beroept.
Mevrouw DEN OUDEN-JANSSENIk neem genoegen
met het antwoord van mevrouw Paulussen. Uit de
stemming zal straks wel blijken of ook de andere
fractieleden daarmee genoegen nemen.
De heer GARRITSEN: De heer Ten Wolde acht het
van belang dat er snel een goed spreidingsbeleid
van de grond komt. Ik meen dat het inderdaad zeer
wenselijk is dat we op korte termijn een dergelijk
beleid kunnen realiseren. Dit punt is in mijn ogen
van groot gewicht en ik zou de wethouder dan ook
willen vragen of zij hierover iets kan mededelen.
De heer KAMMERAAT: Het voorstel is toegesne
den op één gezin. Ik zou willen vragen of de te
nemen maatregelen alleen voor dit ene gezin gelden