718
13 MEI 1982
De VOORZITTER: Wie zou dat moeten doen?
De heer OOMEN: Er staat in het voorstel dat
men uitzendt vanaf 17.00 uur. Ik denk dat het zin
nig is in de uitzending mensen die nog niet hebben
gestemd, op te roepen dat alsnog te gaan doen.
De heer TEN WOLDE: Wij vinden dat niet zo no
dig!
De heer OOMEN: U niet, maar wij wel. Ik denk
dat het voor alle politieke partijen in dit land
belangrijk is dat de burgers gebruik maken van het
recht dat zij in Nederland hebben, om zelf de gang
van zaken te bepalen.
De VOORZITTER: We moeten het erop houden dat
er geen politieke propaganda wordt gemaakt. Ik
heb begrepen dat de heer Sandberg de door de heer
Taks voorgestelde wijziging van het concept-be
sluit aanvaardbaar acht. De indruk bestaat dat men
met de in het amendement opgenomen toevoeging kan
instemmen. De heer Garritsen wenst het woord in
tweede termijn.
De heer GARRITSEN: De objectiviteit, waarover
enige opmerkingen zijn gemaakt, lijkt mij van
groot belang. Ik vind de benadering van het C.D.A.
nogal behoudend, gezien wat er is gezegd over het
risico dat je bij toezicht achteraf loopt. Naar
mijn mening is van belang dat de censuur verdwijnt
en dat monopolieposities worden doorbroken; men
dient daarin een zekere vrijheid te hebben.
Mijn tweede opmerking, die overigens niet
persoonlijk bedoeld is, is de volgende. Van de
kant van het C.D.A. is gesproken over iemand die
boven de partijen staat en daarbij is de voorzit
ter van deze raad genoemd, die echter heel duide
lijk lid is van een bepaalde politieke partij. Ik
vind dat gewoon onzin. Over een C.P.N.-burgemees-
ter in Groningen zou men deze opmerking, denk ik,