18 MEI 1982 726 Tot slot nog iets naar aanleiding van de pas sages over een zesde wethouder. Dit is eeh inte ressant punt, maar wij menen niet tot een goede oplossing te kunnen komen zolang wij geen goed in zicht hebben in de achtergrond en de taakstelling vanuit het college. Uiteraard zal dit in verband met de verkiezingen nog wel een punt van bespre king zijn. Wij moeten beseffen dat wij thans in de fase komen waarin de pijn voelbaar wordt. Totnogtoe be stonden de activiteiten uit het gereed maken van de patiënt voor de operatie. Wij gaan ervan uit dat het college ons op de hoogte zal houden van de voortgang. Vooral lijkt het ons van grote waarde dat het zorg draagt voor een goede begeleiding, dat het stimulerend optreedt, dat het creatief mee denkt met diensten en instellingen, dat het begrip toont voor moeilijke situaties en dat het de be trokkenen blijft informeren over de behaalde re sultaten. Het uur van de realiteit is aangebroken. Op onze fractie kan men rekenen. Ik wens het col lege en allen die dit proces moeten begeleiden, succes, een grote dosis moed en veel doorzettings vermogen De door ons in te dienen moties en amendemen ten zal mijn fractiegenoot de heer Römkens toe lichten. De heer ROMKENS: Aan de opmerkingen van mijn fractievoorzitter heb ik niet zo veel meer toe te voegen. Ik wil de in te dienen amendementen in de volgorde van de reeds aangebrachte nummering als volgt toelichten. Amendement 1. Wij stellen voor het subsidie aan het Oranjecomité niet geheel af te bouwen, maar te verminderen tot 3.000,en daarnaast het subsidie aan de Unie van Oranjesteden te hand haven. Als motief geldt in de eerste plaats dat wij deze subsidies meer als stimuleringssubsidies zien. Bovendien willen wij de traditie en de rela tie met Breda handhavenEen en ander betekent dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1982 | | pagina 726